E-brandstoffen zouden de levensduur van de interne verbrandingsmotor kunnen verlengen en de technologie pertinent kunnen houden in een wereld die nood heeft een duurzamer vervoer. Maar zullen er genoeg van deze synthetische brandstoffen zijn?
De groene groep Transport and Environment (T&E) beweert op basis van een nieuwe analyse dat er in 2035 slechts genoeg e-brandstoffen zullen zijn voor ongeveer 2% van alle auto’s op de Europese wegen. De eFuel Alliance, een organisatie die zich inzet voor koolstofneutrale brandstoffen, wijst er echter op dat een hoger percentage eerder beschikbaar zal zijn.
Een fractie van de vloot
Door waterstof en CO2 te combineren, produceert het power-to-liquid proces synthetische koolwaterstoffen, een kunstmatige versie van de chemische stoffen in fossiele brandstoffen. Een raffinageproces scheidt vervolgens verschillende e-brandstoffen voor specifieke toepassingen, waaronder autorijden en luchtvaart.
Voorstanders beweren dat e-brandstoffen in nieuwe en tweedehandsvoertuigen kunnen worden gebruikt als drop-in oplossing in combinatie met fossiele brandstoffen of als autonome energiebron. Met het oog op de nakende doelstelling om in 2035 de koolstofuitstoot van nieuwe auto’s in Europa met 100% terug te schroeven, hebben deze synthetische brandstoffen het potentieel om modellen met een verbrandingsmotor op de weg te houden.
Maar op basis van de gegevens van Concawe, de onderzoekseenheid van de raffinage-industrie, voorspelt T&E dat slechts vijf miljoen van de 287 miljoen auto’s op de Europese wegen in 2035 op e-brandstoffen zullen kunnen rijden. Dit cijfer van 2% zou enkel stijgen tot 3% als het bestaande wagenpark zou overschakelen op plug-inhybrides.
“Paard van Troje”
De milieugroep gebruikte deze voorspelling om aan te tonen dat e-brandstoffen een vertragingstactiek zijn van de oliemaatschappijen en motorfabrikanten om de overgang naar een uitstootvrije technologie te vermijden. Hij drong er bij de EU-wetgevers op aan om de verleiding te weerstaan om mazen te laten in de regels voor uitstootdoelstellingen van synthetische brandstoffen.
“E-brandstoffen worden voorgesteld als een koolstofneutrale manier om de levensduur van de verbrandingsmotor te verlengen” zegt Yoann Gimbert, e-mobiliteitsanalist bij T&E. “Maar uit de eigen gegevens van de industrie blijkt dat er slechts genoeg zal zijn voor een klein deel van de auto’s op de weg. Wetgevers mogen dit Paard van Troje niet toelaten in de fossiele brandstofindustrie.”
T&E legde uit dat de voorspelling van de industrie gebaseerd was op de productie van e-brandstoffen in de EU, maar met inbegrip van koolstof die door industriële uitstoters wordt afgevangen. Synthetische brandstoffen die gemaakt zijn met koolstof uit fossiele bronnen kunnen investeringen in fossiele bronnen blokkeren, waardoor de decarbonisatie wordt vertraagd. In de prognoses wordt ook niet duidelijk aangegeven hoeveel hernieuwbare energie zal worden gebruikt om de e-brandstoffen te produceren.
De groep wees er ook op dat de plannen van de industrie om e-brandstoffen in te voeren niet realistisch zijn, aangezien de productievestigingen en -normen die voor certificatie nodig zijn, onbestaande zijn. Het gebruik van synthetische brandstoffen uit andere landen kan ook een rem zetten op de decarbonisatie-inspanningen in minder ontwikkelde economieën.
“In Europa zouden e-brandstoffen voor auto’s de hernieuwbare elektriciteit opzuigen die nodig is voor de rest van de economie”, aldus Gimbert. “Synthetische brandstoffen die in Europa worden gemaakt, moeten in de eerste plaats voor vliegtuigen en schepen dienen, waarvan de meeste geen batterijen kunnen gebruiken om te gaan decarboniseren.”
“Duidelijke bedoelingen”
Maar dr. Tobias Block, hoofd strategie en inhoud bij eFuel Alliance vertelde Autovista24 dat de bedoelingen van T&E duidelijk waren. “Hun standpunt is een volledig elektrische wegensector zonder enige rol voor klimaatneutrale verbrandingsmotoren,” zei hij.
Block uitte vervolgens kritiek op de 13 pagina’s tellende publicatie van T&E. Hij verwees naar de analyse van eFuel Alliance, waaruit bleek dat in 2030 een mix van minstens 5% synthetische brandstoffen mogelijk zal zijn op de Europese markt. “Met 5% e-brandstoffen kunnen 40 miljoen voertuigen worden aangedreven en kan 60 miljoen ton CO2-uitstoot worden vermeden”, zei hij. Dit hogere niveau wordt ook geruggensteund door de leden van de alliantie, die beweren de productiecapaciteit te kunnen verhogen om dit doel te bereiken.
Block wees er ook op dat de Concawe-studie geen rekening houdt met de invoer van e-brandstoffen in Europa. “E-brandstoffen zullen vooral worden geproduceerd in regio’s waar de opwekking van hernieuwbare elektriciteit goedkoop en mogelijk overvloedig is. Daarom worden de eerste projecten in Chili, Australië of het Midden-Oosten aangekondigd. Als we deze productielocaties buiten beschouwing laten, zou de beschikbaarheid van synthetische brandstoffen dus veel kleiner zijn.
Bovendien staat de Concawe-studie niet op zichzelf. Er zijn vele andere onderzoeken die de wereldwijde productie van e-brandstoffen onderzoeken. “De Finse LUT-universiteit voorziet bijvoorbeeld al in 2030 een enorm potentieel aan e-brandstoffen”, aldus Block.
Hij legde uit dat als synthetische brandstoffen niet beschikbaar zijn, de bestaande voertuigen zullen blijven vertrouwen op fossiele brandstoffen. Om een plaats te veroveren in de mobiliteitssystemen van de toekomst zullen e-brandstoffen afhankelijk blijven van een politiek kader dat hen steun biedt, maar er niet altijd is. De toekomst van synthetische brandstoffen lijkt dus onbeslist door argumenten over de toevoer; duurzaamheid en eenvoudig potentieel blijven aanmodderen.
Deze inhoud werd u aangeboden door Autovista24.
Let op: dit artikel is een vertaling van het origineel dat in het Engels is gepubliceerd op Autovista24 en kan daarom kleine grammaticale fouten bevatten. In geval van discrepantie of inconsistentie tussen de vertaling en de Engelse versie, heeft de Engelse versie altijd voorrang.